Sunday, September 29, 2013

Tuintje in mijn hart

Maandag zit ik op school, en krijg tijdens de les een mailtje. En nieuwsgierig als ik ben open ik hem gelijk. "Je bent getagd in een bericht op Facebook". Ik open Facebook, en ik zie in deze nieuwe manier van communiceren het bericht voorbij komen dat er een volkstuintje beschikbaar is. Een half jaar geleden hadden we het er over, om eens een tuintje te huren om onze eigen groente, fruit en bloemen op te kweken. Zodat we lekker groente uit eigen tuin kunnen eten, en ook lekker een plek hebben waar we aan kunnen werken, op de knieën onkruid wieden, of gewoon even heen kunnen. We hadden ons ingeschreven, en enige tijd later kwam dan toch het bericht; We hebben een tuintje!!

Terwijl ik dit lees wordt ik vanbinnen een beetje blij. Zelf heb ik helemaal geen tuin, alleen een paar tegels waar je kunt zitten, en dat terwijl ik gek op tuintjes ben. Vroeger vond ik tuintjes al te gek. Lekker wroeten in de aarde, plantjes water geven en kunnen zien dat alles begint te bloeien en groeien. Ik kreeg als klein meisje dan ook een eigen strookje tuin langs de schutting om voor te zorgen, en ik was daar erg trots op! Als iemand vroeg wat ik wilde worden zei ik altijd "Tuinvrouw!". We weten allemaal dat dat inmiddels iets anders heeft uitgepakt :)

Ik dagdroom alvast van het stukje tuin en wat we er allemaal op kunnen zetten, welke groente ik zou willen, en of de anderen net zo blij zijn als ik. We delen het tuintje. Veel leuker, en veel minder werk. En dat er natuurlijk tuinkabouters moeten komen.

Op donderdag ochtend ben ik aan het werk. Zoals altijd op donderdag gaan we met de bewoners van de etage koffie drinken. Dat is altijd heel gezellig. Lekker met de bewoners koffie drinken en keuvelen over van alles, en het leukste is om te zien dat zíj het ook zo gezellig vinden! Lekker laagdrempelig kletsen en aandacht voor iedereen omdat de groep niet zo groot is. Het is even stil en ik vertel over het tuintje. Dat het hele tuintje voor de winter nog omgespit moet worden, en ik vraag als grapje wie er willen helpen. Wát een reactie!! Allemaal bewoners met tuinadviezen, hoe diep je moet spitten, dat ze wel zouden willen helpen maar niet meer kunnen, een eigen tuintje hebben gehad, wat je met de groente moet doen, dat de Dahlia die er staat er beter uitgehaald kan worden want die trekt oorwurm aan, en dat tomaten uit eigen tuin toch echt het allerlekkerst zijn op je boterham.

In ieder geval weet ik nu waar ik de komende tijd mijn tuinadviezen vandaan kan halen! Al die wandelende encyclopedieën. Ik kan niet anders dan genieten van dit gesprek, de één vertelt nog meer dan de ander, en iedereen kent het begrip volkstuintje. Heerlijk. En terwijl ik hier met de bewoners zit te kletsen groeit mijn hart een beetje. Dit is waarom zorg zo leuk is, dit moment van gezelligheid en contact. Er zit weer een beetje meer liefde in voor deze mensen....

... Er groeit een tuintje in mijn hart.

Thursday, September 19, 2013

Met Liefde zonder Geheugen

"Zullen wij u naar bed brengen?" Vragen we, wanneer mijn collega en ik bij uw appartement komen. Als altijd vraagt u dan "Waar ga ik nu heen dan? " En zoals bijna altijd luidt ons antwoord, "Nergens naar toe, u mag hier blijven, we brengen u naar bed, dan kan u zo lekker gaan slapen". "O, dan is het goed" zegt u met een verwarde blik.

"Wilt u uw pyjama aan? Doe uw linker arm maar omhoog", en u steekt behulpzaam uw rechter voet uit. "Zo?" Ja, prima hoor, en wij helpen u met de mouw aan de goede arm. "Waar is mijn bril dan?",  "Op tafel, net als anders, morgen als u uit bed komt doen we hem weer op".


"We doen de tilmat achter uw rug, mag u iets naar voren leunen." Behulpzaam steekt u uw handen uit.  "Zo?" Ja hoor, en weer helpen u naar voren om de mat goed te doen. "Waar is mijn bril dan?" "Op tafel mevrouw". "Waar moet ik nu heen dan?", "Nergens heen, u blijft hier dan brengen wij u naar bed als u dat goed vind".
Weer die verwarde blik. Wanneer u op bed ligt vragen wij u de knieën op te trekken, u strekt uw benen. Als we u vragen op uw zij te draaien begrijpt u onze vraag niet. Wij blijven geduldig. "Waar is mijn bril dan?". "Op tafel, waar hij anders ook ligt".

"Doe ik het allemaal wel goed?", "Ben ik lastig?", "Ik ben zo bang dat ik het allemaal verkeerd doe". Elke dag, iedere vijf minuten, 24 uur per dag, 7 dagen per week, al maanden lang dezelfde voorzichtige en onzekere vragen. Ach lieverd, u kunt niets fout doen. Zo'n goed hart, zo behulpzaam, alleen begrijpt u onze vragen niet meer. Daar kunt u niets aan doen, denk ik dan. Maar die verwarde blik. Onzeker. Als er maar een manier was hoe ik dat weg kan nemen. We stoppen u lekker in, en vragen of u lekker ligt. "Ik geloof het wel". Oke, "Dan mag u lekker gaan slapen". We ruimen de laatste dingetjes op, en haar ogen zakken van vermoeidheid al dicht. Voor we weg gaan wensen we nog even welterusten en een kus. "Waar ga ik nu heen dan?", "Nergens heen, ga maar lekker slapen, het is avond, welterusten", en we vertrekken richting de gang.

En vlak voor we bij deur zijn hoor ik heel zachtjes achter mij "U ook lekker slapen".

Ach, heerlijk. De rustgevende woorden klinken. Tevreden stap ik de deur uit.

Tuesday, September 10, 2013

Roze Ouderen


Gisteren in het eerste uur van de les op school begon de docent met het 'Gerontologie Momentje', een momentje om iets over ouderen, ouderenzorg, een ervaring, of gewoon iets leuks om te delen met de rest van de groep. Een van mijn klasgenoten vertelde over een documentaire over 'roze ouderen', homoseksuele ouderen. We deelden even kort ervaringen uit over bewoners in verzorgingshuizen die voor hun seksuele geaardheid zijn uitgekomen. Ik kan mij maar één keer herinneren dat ik dat heb meegemaakt.

In het huis waar ik werk was zo'n 'roze oudere'. Deze zachtaardige man, met zijn zenuwen, had een vriend. Altijd bang voor wat de omgeving van hem vond, en hij vond het moeilijk om aan zijn geaardheid toe te geven, hoe blij hij ook was met de liefde van zijn leven; zijn vriend.

Ook niet geheel onterecht dat hij moeite had met zijn geaardheid, want tegenwoordig is het helemaal niet meer vreemd om samen te zijn met iemand van je eigen geslacht, maar vroeger was dit wel anders. Deze mensen mochten er niet voor uit komen, het was niet goed, het was een ziekte. Je hoort iemand van je eigen geslacht niet aantrekkelijk of leuk te vinden, en er al helemaal niet verliefd op worden! Als je toegaf dat je dat wel deed, dan kreeg je therapie, want je had een psychische ziekte. Het hoort niet. Het mag niet.

Gelukkig is dat nu wel anders. Maar hoeveel ouderen zijn er die er voor uit komen? Hoe veel mensen van oudere leeftijd of bewoners in het verzorgingshuis ken je die wel openlijk durven toe te geven dat ze homoseksueel zijn? Weinig, of niet?

Vanmorgen zette ik gelijk mijn laptop aan om uitzending gemist te kijken. Deze documentaire moest ik wel zien! Een prachtige en respectvolle, maar ook stoere, documentaire over een groep ouderen die wél uit de kast zijn gekomen, en hun ervaring uit het verleden waar zij tegen aan liepen, een ook over hun ervaringen en leven zoals die nu is.

Dit onderwerp vraagt aandacht!! Hoe kunnen we omgaan met zorg voor deze mensen, zodat zij gerespecteerd en gewaardeerd in een huis met leeftijdsgenoten kunnen wonen die het ook kunnen accepteren. Deze groep ouderen die onzichtbaar is in de samenleving en in de zorg, hoe maken we ze zichtbaar?

Dit is de link naar de documentaire 'Roze Ouderen':

http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1364867


Ps: Er is ook een roze 50+ groep, klik hier voor de site.
Ps deel 2: Vilans geeft trainingen voor de zorg hierin, klik hier!

Friday, September 6, 2013

Van Brugwup naar Brugwup

Ik ben 12 jaar, 1.57m lang, en ga met een veel te grote tas vol boeken voor het eerst naar de MAVO. Voor de eerste keer door de grote deuren van de ingang van de school. Geen idee waar ik heen moet, de tas voelt te zwaar, en er lijkt totaal geen logica te zijn in volgorde en plaats van de lokalen. Alles is nieuw. Nieuwe geuren, nieuwe mensen, nieuwe dingen om te leren, alles is onbekend. Totaal gespannen en niemand kennend in een klas, elkaar stiekem aankijken en wachten tot de leraar wat zegd. En dan aan het eind van de dag weer naar huis fietsen in de wetenschap dat het eigenlijk allemaal wel meeviel.

Vier jaar later sta ik op het podium om mijn diploma op te halen. De docent vraagt wat ik later wil worden. "Activiteitenbegeleider bij ouderen" luidt mijn antwoord. Via een omweg is dit ook gelukt. Ik ben SPW gaan doen, alleen vond ik tijdens de opleiding dat er andere dingen ook wel heel interessant zijn. Werken met verstandelijk gehandicapten bijvoorbeeld. En al met al beland ik met mijn diploma in een woning voor mensen met een verstandelijke en meervoudige beperking. Maar dit is niet genoeg. Ik wil meer, meer uren, meer ervaring, meer van alles. Ik mag ernaast aan het werk als activiteitenbegeleider met ouderen. En op mijn eerste dag denk ik terug aan de woorden die ik uitsprak op het podium. Bijna 6 jaar later beland ik op de plek die ik vroeger altijd in gedachte had.

En ook dit was niet genoeg. Ik wilde leren zorgen en verzorgen. Ik sprak er over met mijn leidinggevende en zij gaf aan dat ik dan moest uitzoeken wat ik dan wilde en hoe ik dit wilde doen. Terwijl ik druk bezig ben met plannen maken verschijnt er een interne vacature "BBL opleiding voor Verzorgende IG". Deze kans móest ik wel grijpen. Hoe toevallig is het dat deze vacature verschijnt op het moment dat ik een opleiding wil gaan doen. Betaald leren? Beter kan toch niet? En het bleek dat dit de beste keus is geweest die ik had kunnen maken. Want wat vind ik het leuk! Zorgen voor mensen, een band opbouwen, net dat kleine beetje meer willen doen, gezelligheid creëren voor bewoners, maar ook dat geweldige team waarin ik werk. Ik kan het niet beter treffen.

Ik merk ondertussen dat er nog zo veel dingen zijn die ik wil leren en doen. En juist op dat moment kom ik iemand tegen die tegen mij zegt dat een opleiding een goed idee is. Een geweldig mens en een inspirator die mij interviewt vanwege de cultuuromslag in de ouderenzorg waar zij een uitwerking voor maakt. Eerst kon dit advies mij he-le-maal niets schelen. Tot ze er nog een keer op terug kwam. Ik kreeg kriebels en wilde opnieuw meer, en je raad het al.....

Ik ben 27, 1.57m lang, en weer sta ik met die veel te grote en zware tas klaar om voor de eerste dag naar school te gaan. Even gespannen als op de eerste dag dat ik naar de MAVO ging. Maar nu ga ik naar zwolle, naar Windesheim, om de opleiding Toegepaste Gerontologie te gaan doen. En weer is alles nieuw. Nieuwe geuren, nieuwe mensen, nieuwe omgeving en nieuwe dingen om te leren, alles is onbekend. Totaal gespannen en voorzichtig om mij heen kijkend zit ik weer te wachten op de instructies van de docent. En opnieuw aan het einde van de dag naar huis gaan in de wetenschap dat het ook dit keer allemaal wel mee viel.

Ik heb er zin in! Zin om nieuwe dingen te leren, ontdekken en te ontwikkelen. Ik kan niet wachten tot ik over vier jaar weer op dat podium sta om het diploma in ontvangst te nemen. Dit keer met het antwoord: "Consulteren en meedenken op beleidsniveau in de ouderenzorg".

Dat is hem dan. Mijn steun en toeverlaat om mijn veel-te-zware boeken in mee te nemen. Vanaf nu iedere maandag niet meer van mijn zijde te wijken.

Wednesday, September 4, 2013

Wankelmoed en Omdenken

Lanterfanteren, Mijmertijd, Omdenken en Wankelmoed. Geweldige begrippen die je leven verrijken als je de betekenis van het woord weet uit te voeren.

Vanmiddag had ik even een gesprekje met een stagiaire op het werk. Zij vertelde mij dat ze het vervelend vond dat ze zo veel moest vragen. Ze had het idee dat ze dan tot last was als ze om kleine ditjes en datjes moest vragen. Ik vertelde haar dat ik het het juist heel erg goed vind als mensen veel vragen stellen. Dat geeft aan dat iemand interesse heeft, en domme vragen bestaan niet. Als je een antwoord hebt op de vraag die je had weet je het voor de volgende keer. Niets vervelend aan, het geeft aan dat je bezig bent de wereld van de zorg te ontdekken. Haar verbaasde blik sprak boekdelen, ze had mijn antwoord niet verwacht. Ik gaf aan dat het ook voor mij heel prettig en verfrissend is als ze vragen stelt. Het zet mij op scherp en het geeft mij een handvat om over mijn eigen handelen na te denken. Zo móet ik wel nadenken over het waarom van de dingen die ik doe, en ook als ze mij vraagt waarom ik dingen doe en zij iets anders vind, vind ik dat heel verfrissend. Als je nooit tegenspraak krijgt en nooit vragen krijgt over je handelen, krijg je ook geen eigen inzicht. Het dwingt je om ook eens door de ogen van een ander naar iets te kijken, en daardoor kun je heel goede nieuwe inzichten krijgen. Ze moest lachen toen ik haar dat vertelde. "Ja, zo kun je het ook bekijken, dan is het niet zo erg meer". Ik liet haar eens omdenken, en dat gaf haar een nieuw inzicht waardoor zij even niet meer wankelde, maar rustig door kon gaan met haar vragenvuur.

En zij vertelde mij wat haar dwarszat. Ze wankelde. En ze had de moed het mij te vertellen. Wankelmoed. Wat een prachtig nieuw begrip die direct opgenomen moet worden in het dagelijks gebruik. Er stond een heel mooi item over in de Flow van deze maand en dit zette mij aan het denken. En inderdaad, iedereen zou wel eens een flink portie wankelmoed kunnen gebruiken. Het is de kunst te durven wankelen. Uitspreken wat je dwarszit. En dit kan in heel veel opzichten. Wankelen is normaal, je kunt wankelen over iets op je werk, thuis, je handelen, je gemoed, jezelf. Het is de kunst van het wankelen om de moed te vinden het uit te spreken. Wankelmoed. Laten weten dat het even niet gaat zoals het moet gaan. Laten weten waar je aan twijfeld. Laten weten wat je aan het wankelen brengt.

Het uitspreken geeft je wankelmoed. Het maakt je even heel kwetsbaar, maar geeft een ander een kijkje in je ziel. Het is een mooie opening. Iedereen zou wel eens wankelmoedig moeten zijn, het verrijkt jezelf. En het geeft de ander de kans je eens een nieuwe opening te geven. Of om je gewoon weer een paar stevige benen te geven. Zodat je overeind blijft.